Griep

Griep, ook wel influenza genoemd, is een ziekte die wordt veroorzaakt door het influenzavirus. Dit virus infecteert de luchtwegen, het slijmvlies van de keel en de neus- of bijholten. Heeft u de griep? Doorgaans bent u na een paar dagen rusten en uitzieken weer beter. Voor astmapatiënten, zwangere vrouwen, kleine kinderen en ouderen kan griep gevaarlijk zijn.

Wanneer heb je griep?

Heeft u de griep? Dan voelt u zich waarschijnlijk erg moe en lamlendig. Ziekteverschijnselen zijn koorts, koude rillingen en keelpijn, Soms  ook gepaard met een droge hoest. Bovendien heeft u een slechte eetlust en wellicht last van kortademigheid, slapeloosheid, hoofdpijn, spierpijn en stijve, pijnlijke ledematen. Heeft u griepsymptomen zonder koorts? Dan heeft u hoogstwaarschijnlijk geen griep maar een zware verkoudheid. Bij een door het verkoudheidsvirus veroorzaakte verkoudheid zijn de klachten minder ernstig.

Hoe kun je griep voorkomen?

Mensen die behoren tot de risicogroepen, zoals longpatiënten, diabetici, ouderen en mensen met een lage weerstand, kunnen bij hun huisarts een griepprik halen. Hela\aas veranderen griepvirussen steeds. Daarom zijn ze moeilijk te bestrijden. De vaccins zijn namelijk niet werkzaam tegen de nieuwste griepvirussen. De griepprik kan dus niet altijd voorkomen dat je griep krijgt.
Wat kunt u zelf doen om deze ziekte te voorkomen? Enkele tips:

• Zorg dat u een goede weerstand hebt. Eet veel groente en fruit, zorg voor een goede nachtrust en vermijd stress.
• Zorg dat u voldoende drinkt. U moet dan vaker plassen. Afvalstoffen worden afgevoerd en virussen zullen zich niet snel in uw lichaam nestelen.
• Was uw handen regelmatig met water en zeep
• Hoest of niest er iemand? Het bedekken van uw neus of mond kan besmetting voorkomen.
• Bent u verkouden? Snuit uw neus dan met een papieren zakdoekje. Gooi dit zakdoekje na een keer gebruiken weg. Zo voorkomt u dat uw handen telkens weer worden besmet.
• Kleed u warm aan. Uw lichaam heeft dan meer energie nodig om warm te blijven. Er blijft dus meer energie over om virussen te bestrijden.

De behandeling van griep

Heeft u last van de griepsymptomen? Er zijn allerlei middeltjes om die symptomen te bestrijden. Gebruik honing om de keel te verzachten en het hoesten te verminderen. Een kopje bouillon werkt ontstekingsremmend en verlicht dus de verstopping van de borst en je neus. Andere bekende middeltjes zijn het slikken van paracetamol of het gebruiken van een hoestdrankje.

Naar de huisarts

Heeft u griep en houden de klachten aan? Of valt u binnen een kwetsbare doelgroep en heeft u griep? Raadpleeg ons dan. Met medicijnen kan een verdere verspreiding van het griepvirus door het lichaam worden voorkomen. Deze medicijnen worden door de huisarts voorgeschreven als er mogelijk complicaties kunnen optreden. Bent u verder gezond? Dan heeft u geen medicatie nodig, want na enkele dagen rust en uitzieken is de griep doorgaans voorbij. Neem bij twijfel altijd contact met ons op.

 

Borstkanker

Borstkanker doet zich met name voor bij vrouwen en soms bij mannen. Het betreft hier een kwaadaardige tumor die ontstaat in de borst, op iedere willekeurige plek. Deze vorm van kanker wordt ook wel aangeduid als mammacarcinoom. De term borstkanker is een verzamelnaam

voor de verschillende soorten die er zijn. De verschillende vormen worden onderscheiden op basis van een aantal factoren. Er wordt gekeken of de kankercellen het omliggende weefsel binnendringen (dat noemen we invasief) of dat dit nog niet het geval is (in situ). Ook wordt er onder de microscoop gekeken en bepaald of de kanker te behandelen is met hormonale of doelgerichte therapie. We onderscheiden de volgende soorten:

– invasief carcinoom NST
– invasief lobulair carcinoom
– ductaal carcinoma in situ (DCIS)
– lobulair carcinoma in situ (LCIS)
– hormoongevoelige borstkanker
– HER2-positieve borstkanker
– triple negatieve borstkanker

Er zijn dus zeer veel verschillende vormen van borstkanker met ieder hun eigen diagnose en behandeling.

Symptomen van borstkanker

Dat een knobbeltje in de borst kan wijzen op borstkanker weten veel mensen wel, maar dat er meer symptomen zijn die hierop kunnen duiden is minder bekend. Zo kan huidverandering of een plekje op je borst dat slecht geneest namelijk ook wijzen op kanker. Daarnaast kunnen een ingetrokken tepel, een dikke ader in de borst, roodheid van de borst, een zwelling in de oksel en een verandering van de vorm of omvang van de borst ook wijzen op de aanwezigheid van kanker. Heeft u last van één van deze symptomen en vertrouwt u het niet? Neem dan altijd contact op met uw huisarts.

Bevolkingsonderzoek

Hoewel iedereen kans heeft op het ontwikkelen van deze vorm van kanker, lopen vooral de groep vrouw van boven de 50 een extra risico. Daarom krijgen vrouwen in de leeftijd tussen de 50 en 75 jaar iedere 2 jaar een oproep van het RIVM om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. Dit vergroot de kans om eventuele kanker in een vroeg stadium te ontdekken en op tijd een passende behandeling op te starten.

Vragen?

Heeft u vragen of herkent u de bovenstaande symptomen en bent u hier niet gerust over? Neem dan contact met ons op en maak een afspraak.

AstraZeneca vraag & antwoord

AstraZeneca alleen nog voor 60-plussers, en voor patiënten die al de eerste prik gehad hebben.

Op 8 april heeft de Gezondheidsraad besloten dat AstraZeneca alleen nog wordt ingezet voor 60-plussers. Dit komt na de vaststelling van de EMA dat bloedstolling een zeer zeldzame (<1 op 100.000) bijwerking is van dit vaccin, die voornamelijk voorkwam bij vrouwen onder de 60.

Het AstraZeneca-vaccin is in de afgelopen weken geprikt bij mensen geboren in 1956 en 1957, mensen met zwaar overgewicht (een BMI van 40 of hoger), mensen met het syndroom van Down die thuis wonen en bij zorgverleners. Daarnaast wordt het ook ingezet bij alle patiënten van 60 t/m 64 jaar (geboren 1956 t/m 1960). Behoort u tot deze deze groepen, dan heeft u mogelijk vragen.

U vindt meer informatie op www.corovaccinatie.nl. Ook kunt u met vragen naar het landelijk publieksinformatienummer van de overheid: 0800 – 1351 (tussen 08:00 en 20:00 uur bereikbaar).

Indien u afziet van uw tweede vaccinatie, vragen wij u ons te contacteren om verspilling te voorkomen.

VEELGESTELDE VRAGEN

Als u geprikt bent met het AstraZeneca-vaccin en heeft u geen klachten gehad, dan is er geen reden tot zorg.

Alleen als u kort geleden geprikt bent en u krijgt na drie dagen (weer) ziekteverschijnselen met daarbij onverwachte en/of onbekende klachten, en/of grotere of kleinere blauwe vlekjes (puntbloedingen) in de huid, dan luidt het advies om direct contact op te nemen met ons.

De gezondheidsraad adviseert een 2e prik met hetzelfde vaccin. Dit is belangrijk voor een goede werking van het vaccin, zodat u langdurig beschermd bent. Dit geldt dus ook voor mensen onder de 60 jaar oud.
Wereldwijd is er geen enkel geval bekend van ernstige bijwerkingen na de tweede prik; het kwam altijd voor binnen twee weken na de eerste.

De EMA heeft ook in een nieuw advies geconcludeerd dat de voordelen opwegen tegen de nadelen in alle leeftijdsgroepen.

Uitzondering: Indien u <6 maanden voor uw eerste prik Covid-19-besmetting heeft doorgemaakt, hoeft u geen tweede vaccin omdat u al voldoende beschermd bent. Deze keuze is aan u, het nemen van een tweede vaccin is niet bezwaarlijk. Dit geldt voor alle soorten Covid vaccins.

U heeft al een afspraak staan voor de tweede prik. Deze kunt u laten staan. Er is nog steeds bewijs die suggereert dat een langere interval resulteert in betere bescherming.

We kunnen het vernieuwde advies echter niet negeren. We zullen dus nog een datum prikken, naar verwachting de tweede week van juli. Iedereen krijgt dan de optie de tweede prik te vervroegen. In verband met de verhuizing van de praktijk gaat dat in juni niet lukken.

We nemen contact met u op met de optie om uw tweede prik eerder in te plannen!

U kunt de tweede vaccinatie niet eerder krijgen. De Gezondheidsraad adviseert 12 weken omdat de effectiviteit met dat interval beter is, blijkt uit meerdere grootschalige Britse onderzoeken (bron).

De reden hiervoor is dus medisch wetenschappelijk onderbouwd, dit is niet zodat we vaccins kunnen besparen en zo meer mensen de eerste prik kunnen geven.

Zelfs al zou uw huisarts dit willen, is het helaas niet mogelijk om individuele uitzonderingen te maken op de vaccinatiestrategie of het selectieproces.

Het kabinet kijkt op basis van (internationale) adviezen of én welke vaccins voor een bepaalde doelgroep geschikt zijn. Zo is het BioNTech/Pfizer-vaccin en het Moderna-vaccin bestemd voor de meest kwetsbare mensen. In het overzicht met de volgorde van vaccineren komen daarna andere groepen aan de beurt, en komen er ook andere (goedgekeurde) vaccins. Het is dus niet zo dat iedereen zelf kan kiezen voor een bepaald vaccin.

We zullen hooguit mensen onder de 60 jaar bellen op de dag zelf, om spillage te voorkomen.

We vragen u niet meer te bellen/mailen met de vraag of u ‘reserve’ kunt zijn; dit is goed bedoeld maar het neemt te veel tijd in beslag van de assistentes.

Antibiotica resistentie

Wanneer een infectie, zoals bijvoorbeeld bij een longontsteking, wordt veroorzaakt door een bacterie, dan moet deze bestreden worden met antibiotica. Wanneer je dit niet doet dan kan de kwaal of ziekte verergeren en loop je gevaar. De antibiotica gaat het gevecht met de bacterie aan en remt deze af of doodt de bacterie.

De laatste jaren zien we echter steeds vaker dat bacteriën resistent worden voor bepaalde antibiotica. Dit kan bijvoorbeeld wanneer een medicijn vaak wordt gebruikt, maar bijvoorbeeld ook door de aanwezigheid van antibiotica in ons drinkwater. Het medicijn werkt dat minder goed of zelfs helemaal niet meer en bestrijdt de betreffende bacterie niet effectief genoeg

Welke bacteriën zijn resistent tegen antibiotica?

Een bepaald medicijn werkt tegen een bacterie of een bepaalde groep bacteriën. Bij een infectieziekte wordt eerste keuze antibiotica voorgeschreven. Er zijn bacteriën die hier resistent tegen zijn; zelfs wel tegen meerdere groepen medicijnen. Voorbeelden hiervan zijn: CPE, VRE, ESBL en het meer bekende MRSA, ook wel bekend als de ‘ziekenhuisbacterie’. Wanneer de voorgeschreven antibiotica niet werkt, dan wordt er overgeschakeld naar een ander medicijn. Wordt een bacterie uiteindelijk volledig resistent tegen alle antibiotica, dan kan deze niet meer bestreden worden. Het is daarom ook heel belangrijk dat er steeds onderzoek gedaan blijft worden naar nieuwe oplossingen tegen antibiotica resistentie.

Besmetting en ziekteverschijnselen

Je kunt op verschillende manieren besmet raken met bacteriën. Zonder dat je het zelf doorhebt kan dit ook een resistente bacterie zijn. Je kunt een bacterie oplopen door contact met mens en dier en bijvoorbeeld na of tijdens opname in een verpleeg- of ziekenhuis. Ook wanneer je zelf nooit antibiotica hebt gebruikt, kun je een resistente bacterie oplopen. Het oplopen van een resistente bacterie hoeft niet direct in te houden dat je ziek wordt. In sommige gevallen merk je er niets van. Je blijft de bacterie dan bij je dragen of de bacterie verdwijnt vanzelf weer uit je lichaam. Kwetsbare groepen (bijvoorbeeld oudere mensen en mensen met een verminderde weerstand) hebben een grotere kans om wél ziek te worden door een resistente bacterie. Ze kunnen dan heel erg ziek worden en zelfs overlijden.

Antibiotica resistentie heeft hoge prioriteit

Om de verspreiding van resistente bacteriën te voorkomen is een goede hygiëne heel belangrijk. Vandaar ook dat in verzorg- en ziekenhuizen dit ook altijd de hoogste prioriteit heeft. Daarnaast is het van belang om zorgvuldig met antibiotica om te gaan. Gebruik antibiotica alleen op voorschrift van een arts, want die heeft de verantwoording en het overzicht op een behandeling.
Heeft u vragen over antibiotica resistentie? Neem dan even contact met ons op.